Sol en Mani

De krachtige paarden Allsvinn en Arvak trokken op een strijdwagen de zon iedere dag opnieuw hoog boven de Yggdrasill rond. Een schild tussen zon, paarden en alles wat zich onder de altijd groen blijvende levensboom bevond zorgde voor bescherming van de intense warmte. De centrale levensboom, een heilige es of taxus, die met z’n kruin tot in de hemel groeide en de onderliggende negen werelden met elkaar verbond.

Opgejaagd door de wolf Sköll kwam de god Sol telkens weer op in het oosten en straalde iedere dag wederom op de strijdwagen.

Broerlief Mani deed niet voor Sol onder.  Mani was uiterst volgzaam achter de zon maar werd net als Sol opgejaagd door een gulzig dier met aanvallende ideeën. Dat was niemand minder dan de wolf Hati, de broer van Sköll.
De cyclus van het dagelijks leven met oppergod Odin geflankeerd door de twee raven Huginn en Muninn. En dat bovendien tezamen met de twee wolven Geri en Freki. Veilig en wel in de Asgaard.