In het jaar 45 voor Christus besloot de pontifex maximus tijdens de Romeinse Republiek (367 tot 17 voor Christus) dat het tijd was voor een ander kalendarium.
Die hoogste priester was Julius Caesar en de Juliaanse kalender werd naar hem vernoemd.
Februari was eerst nog de laatste maand van het jaar. Daar werden zo af en toe bij een schrikkeljaar een extra dag aan toegevoegd.
Het jaar 46 voor Christus werd het jaar van de grote verwarring en duurde maar liefst 445 dagen. Een andere tijdsaanduiding is het jaar AUC 708, gerekend vanaf de stichting van de stad Rome. Het begin van het jaar werd nu bepaald met de komst van de winter op 1 januari en werd vernoemd naar de god Janus. Die extra negentig dagen was de correctie om met de zon redelijk in de pas te gaan lopen. Van oudsher had de Romeinse kalender met de tien maanden slechts 355 dagen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten